Op het twintigste partijcongres van de communistische partij van Rusland, hield Chroesjtsjov in 1956 een opzienbarende rede, waarin hij Stalin veroordeelde en van talrijke misdaden beschuldigde. Een nieuwe periode in het bestaan van de Sovjet-Unie werd daarmee ingeluid. Althans, in persoon kwam er een nieuwe leider, maar in de binnenlandse politiek vond er geen wezenlijke koerswijziging plaats. De dictatuur van de partij bleef gehandhaafd en aan de communistische opvattingen mocht niet worden getornd.
Welvaartscommunisme
Chroesjtsjov karakteriseerde zijn politiek als ‘welvaartscommunisme’. De industrie zou zich meer dan tevoren richten op de productie van verbruiksartikelen ten behoeve van het volk. De prijzen van de landbouwartikelen werden verhoogd, de werktijden werden verkort, lonen en pensioenen werden verbeterd. De medische verzorging en het onderwijs (ook het hoger onderwijs) waren staatsbelangen en in staatshanden, maar kosteloos voor ieder die er voor in aanmerking kwam. De industrie breidde zich sterk uit, hoewel gezegd moet worden, dat Chroesjtsjov kon voortbouwen op het werk van Stalin, die Rusland al omhoog wist te stoten tot de tweede industriële macht van de wereld. Voortgegaan werd met het in cultuur brengen van de uitgestrekte vlakten van Siberië, waar talrijke industriesteden verrezen, een proces dat vóór de Tweede Wereldoorlog als was begonnen.
Vreedzame coëxistentie
Ten aanzien van buitenlandse politiek verklaarde Croesjtsjov, dat hij een vreedzame coëxistentie nastreefde, dat wil zeggen een vreedzaam naast elkaar bestaan van twee geheel verschillende systemen, namelijk dat van het kapitalisme en van het communisme. Dit betekende niet, dat hij twijfelde aan de eindoverwinning van het communisme, maar deze zou tot stand komen via de weg van economische wedijver, waarin de Sovjet-Unie de Verenigde Staten binnen zeer korte tijd zou voorbijstreven. Het optimisme van Chroesjtsjov werd nog versterkt door het voortgaande dekolonisatieproces in Afrika en Zuidoost-Azië. Hij geloofde met zekerheid, dat de jongen, zelfstandige staten in de wereld de zijde van het communisme zouden kiezen. Het uitdragen van de communistische beginselen in deze delen van de wereld was daarom meer dan ooit noodzakelijk. Het betekende ook dat ondanks de coëxistentie de koude oorlog voortduurde en de regeringsperiode van Chroesjtsjov rijk was aan spanningen.
Destalinisatie en dekolonisatie
De allereerste spanningen deden zich voor binnen het Oostblok. De destalinisatie vond in de satellietstaten van Rusland veel weerklank en met name in Polen en Hongarije dacht de bevolking, dat er een periode van meer vrijheid zou aanbreken. Volksbewegingen in Polen brachten de tijdens Stalin in ongenade gevallen Gomoelka aan het bewind (1956), die uitdrukkelijk verklaarde, dat het bondgenootschap met de Sovjet-Unie zou blijven gehandhaafd. Evenmin zou het communisme als stelsel worden afgeschaft; wel zou de terreur van de voorgaande jaren worden beëindigd. In Hongarije werd een vrijwel gelijksoortige beweging ingezet, die Imre Nagy aan het bewind bracht. De anticommunistische gevoelens van het volk liepen echter de regering uit de hand en de regering Nagy stond toe, dat er anticommunistische partijen werden opgericht en dat overal in het land de Stalinistische communisten werden vervolgd. Toen bovendien de regering besloot uit het Pact van Warschau te treden, besloot de Sovjet-Unie in te grijpen. Russische tanks trokken Boedapest binnen, waar enkele weken de ongelijke strijd van de burgerbevolking tegen de Russische troepen duurde. Met niets ontziende wreedheid werd Hongarije in november 1956 teruggebracht in het gareel van de Sovjet-Unie.
Toenemende spanningen
Ook in de buitenlandse politiek wisselden spanning en ontspanning elkaar af. Op een conferentie te Wenen trachtte Chroesjtsjov de jonge Amerikaanse president te intimideren, in 1961 werd de spanning rondom Berlijn vergroot doordat van communistische zijde een muur werd gebouwd om Oost- en West-Berlijn van elkaar te scheiden. In 1962 vond een zeer ernstige crisis plaats, toen de Verenigde Staten de Sovjet-Unie sommeerden de op Cuba geplaatste raketten te verwijderen.
De grote mogendheden hadden elkaars krachten afgetast en begrepen, dat een wereldoorlog slechts kon worden voorkomen, wanneer een samenwerking in één of andere vorm tot stand zou komen. Om de toeneming van de gevaarlijke radioactiviteit in de lucht te voorkomen en de spanningen in de wereld te verminderen werd in 1963 het kernstopverdrag gesloten, waarbij bovengrondse proeven met kernwapens werden verboden. Pogingen om verdere verspreiding van kernwapens te voorkomen resulteerden in het non-proliferatieverdrag, dat tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie werd gesloten, met de bedoeling dat andere landen zich hierbij zouden aansluiten. Beide staten begrepen, dat moderne wapens als atoombommen en waterstofbommen, waarover zij in ruime mate beschikten, in staat waren de gehele mensheid te vernietigen.
Op het gebied van de ruimtevaart bleef de wedijver doorgaan. Nadat in 1957 de Russen hun eerste satelliet lanceerden, de Spoetnik I, slaagde binnen een jaar eenzelfde Amerikaanse poging. Satellieten kunnen worden gebruikt voor vele doeleinden: voor spionage, voor de communicatie tussen de werelddelen en ook voor het vervoer van kernwapens. In juli 1969 landde een bemand Amerikaans ruimteschip op de maan.
De val van Chroesjtsjov in 1964
In oktober 1964 werd op bijna geluidloze wijze Chroesjtsjov van zijn functies ontheven. Als reden werd opgegeven, dat hij zich terugtrok wegens zijn gevorderde leeftijd en het slechter worden van zijn gezondheid. De oorzaken van zijn val zullen wij moeten zoeken in een aantal mislukkingen in zijn binnen- en buitenlandse politiek. In eigen land vond men hem te onberekenbaar, niet systematisch werkend en weinig gelukkig in zijn landbouwpolitiek. Ook was men nog niet het verloop van de Cuba-crisis vergeten en het Russische prestigeverlies, dat daaruit was voortgevloeid. Eén van de belangrijkste oorzaken van Chroesjtsjovs falende buitenlandse politiek was de toenemende verslechtering van de verhouding tussen de Sovjet-Unie en de Chinese Volksrepubliek.