Hoe ging de bruiloft van Koningin Beatrix

Het is al weer een tijdje geleden dat Koningin Beatrix is getrouwd met Claus van Amsberg, dat was namelijk op 10 maart 1966. Maar hoe ging haar bruiloft toen der tijd? Hier een aantal leuke onderwerpen over de bruiloft van toen.

Claus van Amsberg

Toen bekend werd dat Beatrix een oogje had op Claus ontstond er grote commotie. Het Nederlandse volk vond het niet kunnen dat Beatrix met een Duitser ging. Toen er geruchten rondgingen dat Claus lid was geweest van de Hitlerjugend kon al helemaal niemand meer waardering opbrengen voor de nieuwe liefde van Beatrix. Er werd al snel uitgezocht of Claus echt bij de Hitlerjugend had gezeten en dit bleek te kloppen. Maar elk kind dat in die tijd werd geboren in Duitsland was automatisch lid van de Hitlerjugend en Claus had hier dus nooit zelf voor gekozen. Hierdoor werd vastgesteld dat Claus hier niet op aangerekend kon worden.

De gasten

Er waren erg veel royals aanwezig op het huwelijk tussen Beatrix en Claus. Zo was bijvoorbeeld prins Carlos Hugo, prinses Margriet en prinses Irene aanwezig. Maar ook de koning en koningin uit België Boudewijn en Fabiola. De koning en koningin uit Griekenland Constantijn en Anne Marie. Verder nog de Groothertog Jan en groothertogin Charlotte van Luxemburg en prinses Benedikte uit Denemarken waren ook aanwezig op deze feestelijke dag.

De trouwjurk

De trouwjurk die Beatrix droeg werd gemaakt door het Nederlandse modebedrijf Maison Linette. Deze had al vaker trouwjurken gemaakt voor beroemdheden. De bruidsjurk was wit en lang. Het materiaal dat gebruikt werd voor de jurk was ruwe zijde en bestond uit twee delen. Uiteraard droeg Beatrix naar traditie een tiara die versierd was met glitterstenen.

Huwelijksreis

Toen het huwelijk achter de rug was ging het echtpaar al vrij snel op huwelijksreis. Ze bezochten verschillende landen. De reis begon in Mexico en ze gingen vanuit daar richting Amerika om vervolgens nog een paar dagen in Canada te verblijven. De laatste dagen van hun reis brachten ze ook nog een bezoekje aan de Nederlandse Antillen en Suriname.

De crisis van 1929

Door een blinde zucht tot speculeren waren de koersen van de aandelen in de Verenigde Staten tot abnormale hoogten opgelopen in 1929. Tallozen hadden in beursspeculaties een mogelijkheid gezien om in korte tijd veel geld te verdienen door het kopen van aandelen, desnoods met geleend geld. De bankdirecties, aangestoken door de mentaliteit van ‘prosperity forever’, waren te gemakkelijk bereid geweest krediet te verstrekken. Het zou leiden tot een periode van crisis in Amerika en de rest van de wereld.

De beurs crasht

Toen in oktober 1929 de koersen op de beurs van New York snel begonnen te dalen betekende dit voor vele bezitters van aandelen een ramp. De op papier verdiende fortuinen bleken niet te bestaan; duizenden kleine spaarders, die hun geld in aandelen hadden belegd, werden geruïneerd. Verscheidene banken raakten in ernstige financiële moeilijkheden, verschillende gingen zelfs failliet. Mede daardoor raakten talrijke industriële bedrijven in moeilijkheden. Zij werden gedwongen de productie in te perken of te staken. Personeel werd ontslagen. Door de toenemende werkloosheid daalde de koopkracht. Daardoor werd de positie van nog meer bedrijven ondermijnd en kwamen steeds meer werknemers op straat te staan. Op de grondstoffenmarkt daalden de prijzen. Daardoor werden ook de Amerikaanse boeren getroffen, die al in de twintiger jaren nauwelijks renderende bedrijven hadden bestuurd. De crisis werkte door in vrijwel de gehele wereld: de Verenigde Staten hadden zulke nauwe banden in het financiële vlak met Europa opgebouwd, dat ook daar de crisis ingrijpende gevolgen had. Geleidelijk verbreidde de crisis zich over alle werelddelen. De gevolgen waren rampzalig. Miljoenen mensen werden getroffen door een werkloosheid, waaraan geen einde scheen te komen en die een demoraliserende invloed uitoefende. Machines roestten weg in de fabrieken en duizenden hectaren grond bleven onbewerkt liggen, terwijl honderdduizenden niet aan de slag konden komen en armoede en honger leden.

De overheid schiet te kort

Door de regering, met de republikein Hoover aan het hoofd, werd de ware aard van de crisis niet onderkend. Men meende met een crisis in de conjunctuur te doen te hebben, zoals die zich nu eenmaal met een zekere regelmaat voordoet in een maatschappij, waar vrije productieverhoudingen bestaan. Weliswaar betrof het in dit geval een zeer ernstige en diepe crisis, maar het economische leven zou zich gaandeweg vanzelf herstellen: ‘prosperity is just around the corner’. Maatregelen die in het verleden herstel hadden gebracht, zouden ook nu baat kunnen brengen: bezuiniging, versobering, verlaging van de lonen, inkrimping van de productie, ontslag van werknemers. Om de nood te lenigen werd van overheidswege iets gedaan op het terrein van werkverschaffing en de steunverlening.

President Roosevelt en de New Deal

Toen de crisis echter voortdurende en zelfs ernstiger vormen aannam, begon het inzicht door te breken, dat van het vrije spel der economische krachten geen herstel te verwachten viel. In 1932 nam de Democratische kandidaat voor het presidentschap, Franklin D. Roosevelt, in zijn program, de New Deal, een reeks voorstellen op, die erop gericht waren de crisis krachtig te bestrijden en de staatsburgers te beschermen tegen rampen als maatschappelijke ondergang en werkloosheid. Met een overweldigende meerderheid werd Roosevelt tot president gekozen.

Uitgangspunt voor Roosevelts presidentiële maatregelen, die hij nam in overleg met een staf van deskundigen, de braintrust, was de gedachte, dat de overheid de vastgelopen machine van het economisch leven weer op gang diende te brengen. Roosevelt sprak van: ‘to prime the pump’. Als men daarin slaagde, kon de staat zich daarna weer terugtrekken ten gunste van de particuliere ondernemingen. Roosevelt zag het dan ook als zijn eerste taak koopkracht te scheppen, zodat de industriële productie weer op gang werd gebracht. Daartoe werd de National Recovery Act (de NRA) ingevoerd. Op basis van vrijwilligheid konden de bedrijven de zogenaamde codes of fair competition doorvoeren, waarin voor elke bedrijfstak landelijk of regionaal bepalingen waren opgenomen omtrent lonen en prijzen en arbeidsvoorwaarden. Daarmee werd ‘een vloer onder de lonen’ geplaatst en een ‘plafond boven de prijzen’. De NRA opende bovendien de mogelijkheid voor de overheid grote openbare werken aan te besteden, waardoor tevens een bijdrage tot de werkloosheidsbestrijding werd geleverd. Herbebossing van gebieden, die door erosie werden bedreigd, verschafte immers werk aan duizenden. Stuwdammen werden aangelegd en rivieren gekanaliseerd. Het meest spectaculair was wellicht het gigantische project waar in de kanalisatie van de Tennesseerivier ter hand werd genomen. Roosevelt hoopte, dat deze overheidsprojecten, die midden in de crisistijd werden uitgevoerd, een stimulans en een voorbeeld voor particuliere ondernemers zou zijn.

De crisis komt ten einde

Tenslotte kreeg de regering door de NRA mogelijkheden om de achterstand van de Verenigde Staten op het gebied van de sociale verzekeringswetgeving en van de arbeidswetgeving in te lopen. Roosevelt heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt onder andere door de Social Security Act van 1935 en de Wages and Hours Act van 1938. Ook de landbouw kreeg de bijzondere aandacht van de regering. De koopkracht van de boeren diende hersteld te worden. Dit kon alleen bereikt worden als de landbouwers voor hun producten een redelijke prijs ontvingen. Door middel van de Agricultural Adjustment Act werd de regering in staat gesteld aan de boeren vaste prijzen voor hun producten de garanderen, mits zij bereid waren de productie in te perken en eventuele overschotten te vernietigen.

In een land als de Verenigde Staten, met een sterke liberale traditie, ondervonden Roosevelts maatregelen herhaaldelijk kritiek. De versterking van het gezag van de centrale regering en het tempo waarin de sociale wetgeving werd doorgevoerd, gecombineerd met de invoering van een sterk progressief belastingstelsel, had tot gevolg dat Roosevelt ervan beschuldigd werd te streven naar de vestiging van een socialistische maatschappij. Dat nam niet weg dat Roosevelt zich driemaal herkiesbaar kon stellen en dat hij met duidelijke meerderheid herkozen werd. De massa van het Amerikaanse volk gaf daarmee uiting aan de waardering voor Roosevelt en sprak daarin zijn vertrouwen uit inde verzorgingsstaat, die de president voor ogen stond.

Rusland onder Chroesjtsjov

Op het twintigste partijcongres van de communistische partij van Rusland, hield Chroesjtsjov in 1956 een opzienbarende rede, waarin hij Stalin veroordeelde en van talrijke misdaden beschuldigde. Een nieuwe periode in het bestaan van de Sovjet-Unie werd daarmee ingeluid. Althans, in persoon kwam er een nieuwe leider, maar in de binnenlandse politiek vond er geen wezenlijke koerswijziging plaats. De dictatuur van de partij bleef gehandhaafd en aan de communistische opvattingen mocht niet worden getornd.

Welvaartscommunisme

Chroesjtsjov karakteriseerde zijn politiek als ‘welvaartscommunisme’. De industrie zou zich meer dan tevoren richten op de productie van verbruiksartikelen ten behoeve van het volk. De prijzen van de landbouwartikelen werden verhoogd, de werktijden werden verkort, lonen en pensioenen werden verbeterd. De medische verzorging en het onderwijs (ook het hoger onderwijs) waren staatsbelangen en in staatshanden, maar kosteloos voor ieder die er voor in aanmerking kwam. De industrie breidde zich sterk uit, hoewel gezegd moet worden, dat Chroesjtsjov kon voortbouwen op het werk van Stalin, die Rusland al omhoog wist te stoten tot de tweede industriële macht van de wereld. Voortgegaan werd met het in cultuur brengen van de uitgestrekte vlakten van Siberië, waar talrijke industriesteden verrezen, een proces dat vóór de Tweede Wereldoorlog als was begonnen.

Vreedzame coëxistentie

Ten aanzien van buitenlandse politiek verklaarde Croesjtsjov, dat hij een vreedzame coëxistentie nastreefde, dat wil zeggen een vreedzaam naast elkaar bestaan van twee geheel verschillende systemen, namelijk dat van het kapitalisme en van het communisme. Dit betekende niet, dat hij twijfelde aan de eindoverwinning van het communisme, maar deze zou tot stand komen via de weg van economische wedijver, waarin de Sovjet-Unie de Verenigde Staten binnen zeer korte tijd zou voorbijstreven. Het optimisme van Chroesjtsjov werd nog versterkt door het voortgaande dekolonisatieproces in Afrika en Zuidoost-Azië. Hij geloofde met zekerheid, dat de jongen, zelfstandige staten in de wereld de zijde van het communisme zouden kiezen. Het uitdragen van de communistische beginselen in deze delen van de wereld was daarom meer dan ooit noodzakelijk. Het betekende ook dat ondanks de coëxistentie de koude oorlog voortduurde en de regeringsperiode van Chroesjtsjov rijk was aan spanningen.

Destalinisatie en dekolonisatie

De allereerste spanningen deden zich voor binnen het Oostblok. De destalinisatie vond in de satellietstaten van Rusland veel weerklank en met name in Polen en Hongarije dacht de bevolking, dat er een periode van meer vrijheid zou aanbreken. Volksbewegingen in Polen brachten de tijdens Stalin in ongenade gevallen Gomoelka aan het bewind (1956), die uitdrukkelijk verklaarde, dat het bondgenootschap met de Sovjet-Unie zou blijven gehandhaafd. Evenmin zou het communisme als stelsel worden afgeschaft; wel zou de terreur van de voorgaande jaren worden beëindigd. In Hongarije werd een vrijwel gelijksoortige beweging ingezet, die Imre Nagy aan het bewind bracht. De anticommunistische gevoelens van het volk liepen echter de regering uit de hand en de regering Nagy stond toe, dat er anticommunistische partijen werden opgericht en dat overal in het land de Stalinistische communisten werden vervolgd. Toen bovendien de regering besloot uit het Pact van Warschau te treden, besloot de Sovjet-Unie in te grijpen. Russische tanks trokken Boedapest binnen, waar enkele weken de ongelijke strijd van de burgerbevolking tegen de Russische troepen duurde. Met niets ontziende wreedheid werd Hongarije in november 1956 teruggebracht in het gareel van de Sovjet-Unie.

Toenemende spanningen

Ook in de buitenlandse politiek wisselden spanning en ontspanning elkaar af. Op een conferentie te Wenen trachtte Chroesjtsjov de jonge Amerikaanse president te intimideren, in 1961 werd de spanning rondom Berlijn vergroot doordat van communistische zijde een muur werd gebouwd om Oost- en West-Berlijn van elkaar te scheiden. In 1962 vond een zeer ernstige crisis plaats, toen de Verenigde Staten de Sovjet-Unie sommeerden de op Cuba geplaatste raketten te verwijderen.

De grote mogendheden hadden elkaars krachten afgetast en begrepen, dat een wereldoorlog slechts kon worden voorkomen, wanneer een samenwerking in één of andere vorm tot stand zou komen. Om de toeneming van de gevaarlijke radioactiviteit in de lucht te voorkomen en de spanningen in de wereld te verminderen werd in 1963 het kernstopverdrag gesloten, waarbij bovengrondse proeven met kernwapens werden verboden. Pogingen om verdere verspreiding van kernwapens te voorkomen resulteerden in het non-proliferatieverdrag, dat tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie werd gesloten, met de bedoeling dat andere landen zich hierbij zouden aansluiten. Beide staten begrepen, dat moderne wapens als atoombommen en waterstofbommen, waarover zij in ruime mate beschikten, in staat waren de gehele mensheid te vernietigen.

Op het gebied van de ruimtevaart bleef de wedijver doorgaan. Nadat in 1957 de Russen hun eerste satelliet lanceerden, de Spoetnik I, slaagde binnen een jaar eenzelfde Amerikaanse poging. Satellieten kunnen worden gebruikt voor vele doeleinden: voor spionage, voor de communicatie tussen de werelddelen en ook voor het vervoer van kernwapens. In juli 1969 landde een bemand Amerikaans ruimteschip op de maan.

De val van Chroesjtsjov in 1964

In oktober 1964 werd op bijna geluidloze wijze Chroesjtsjov van zijn functies ontheven. Als reden werd opgegeven, dat hij zich terugtrok wegens zijn gevorderde leeftijd en het slechter worden van zijn gezondheid. De oorzaken van zijn val zullen wij moeten zoeken in een aantal mislukkingen in zijn binnen- en buitenlandse politiek. In eigen land vond men hem te onberekenbaar, niet systematisch werkend en weinig gelukkig in zijn landbouwpolitiek. Ook was men nog niet het verloop van de Cuba-crisis vergeten en het Russische prestigeverlies, dat daaruit was voortgevloeid. Eén van de belangrijkste oorzaken van Chroesjtsjovs falende buitenlandse politiek was de toenemende verslechtering van de verhouding tussen de Sovjet-Unie en de Chinese Volksrepubliek.